Tijden veranderen. Het is alweer bijna 85 jaar geleden dat in de Tweede Kamer der Staten-Generaal, op 20 januari 1937, werd besloten op lagere scholen schoolmelk te verstrekken. Dat besluit werd niet zomaar even genomen. Eerst moest er degelijk onderzoek worden gedaan of de noodzaak tot verstrekking wel gegrond was. Ook de schoolarts werd om zijn mening gevraagd, en de melkfabriek werd gecontroleerd: voldeed deze aan de hoge eisen die werden gesteld aan de schoolmelk voor wat betreft kwaliteit en hygiëne?
In veel landen in Europa, Engeland [ons grote voorbeeld], Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Frankrijk, was de schoolmelk-verstrekking al jaren gebruikelijk, en in Amerika was ze er al sinds het begin van de jaren ‘20. Hoog tijd dus om er in Nederland ook mee te beginnen.
In 1934 werd het Crisis Zuivelbureau in het leven geroepen. Dat gaf in 1937, na het besluit der Staten Generaal, opdracht voor het oprichten van een schoolmelk-comité, dat alles in goede banen moest leiden, zoals de aanvragen en verstrekking van de schoolmelkkaarten, die op school konden worden gekocht voor 11 cent. De distributie was in handen van de melkfabriek, die daarvoor ook de subsidie ontving - 2 cent per liter, toen nog afkomstig van de gemeente, afhankelijk van het aantal geleverde flesjes schoolmelk.
Er werd gestart in de armste wijken van Rotterdam, daar werden de eerste flesjes schoolmelk uitgedeeld. Daar ontstond ook het idee voor schoolmelk- levering in heel Nederland. Al gelijk werd toen al besloten, dat voor gezinnen die het bedrag niet konden betalen een regeling zou komen passend bij de hoogte van het inkomen. Voor de armste gezinnen was het zelfs gratis. De betaling diende te worden voldaan bij de schoolmeester of juf die daarvoor de administratie bijhield.
De school maakte de totaal ontvangen bedragen weer over naar de gemeente, die op zijn beurt weer de melkfabriek betaalde. Later werd de schoolmelkkaart ingevoerd; die kon je bij diverse winkels kopen. Vandaag de dag sluiten de ouders via internet een abonnement af.
Schoolmelk was in die tijd alleen als volle melk leverbaar, met een flinke laag room er op. Eind jaren ‘50 werd de subsidie verstrekt door het rijk, en vanaf 1977 door de EEG, nu Europese Unie, die in het schoolmelk distribueren een mooie kans zag om de Europese melkplas enigszins te verminderen.
Ik weet nog van uit mijn tijd, dat we de bestelkaarten van de schoolmelk in de bezorgnacht van maandag op dinsdag moesten meenemen, die lagen dan op de lege schoolmelkkratjes, die weer mee retour gingen. Ik kon ook precies zien op de bestelkaarten hoeveel kinderen de melk gratis kregen, omdat ouders het niet konden betalen. Zoiets moest wel aangetoond worden. Wat mij toen opviel, was dat in de welstandswijken van Rotterdam de meeste aanvragen voor gratis drinken waren aangemeld.
Dat de schoolmelk van vroeger met 700.000 gebruikers, het zijn er nu ik dit schrijf zo’n 110.000, een ander doel diende dan nu, is duidelijk. Anno 1937 was het in eerste instantie bedoeld als een gezonde bijvoeding voor veel ondervoede schoolkinderen, die wel wat extra's konden gebruiken. Iets wat ruimhartig werd gesubsidieerd door de gemeente, later door de regering en de Europese Unie. Nu is het nu een luxe product geworden in allerlei varianten, inclusief bakjes fruit à 50 en 65 eurocent per stuk, [prijs 2011] die dan wel apart bezorgd moeten worden bij de scholen. Bij de supermarkten streeft men al jaren naar zo min mogelijk leveranciers aan de deur. Die "Gezonde Keuze" telt bij scholen blijkbaar niet, er geldt een ander belang dan het milieu, namelijk kinderen zo vroeg mogelijk met de merknaam Campina vertrouwd te maken. Schoolmelk bestaat niet meer, vanaf nu is het "Campina op school" Of het nu een gezonde of commerciële keuze is, uiteindelijk beslist de consument zelf wel wat het beste voor hem is. Tenslotte gaat die ook met zijn tijd mee en de kinderen vandaag-de-dag bepalen zelf wel wat ze lekker vinden of niet.
Schoolmelk is ondanks de vele ups en downs nog steeds een begrip in Nederland. Het zou zonder de Europese subsidie bijna niet mogelijk zijn. De concurrentie tussen de zuivelfabrieken onderling om schoolmelk te mogen leveren, denk hierbij aan de naam/merk-bekendheid, iets wat tot op latere leeftijd wel blijft hangen, bestaat bijna niet meer. Veco Zuivel heeft het in 2006 nog wel geprobeerd met biologische schoolmelk, maar moest uiteindelijk toch weer afhaken, mede door de leverings- en administratieve chaos die ontstond. Ook nu is nog steeds de grote drijfveer: naamsbekendheid. Dit zet Campina aan om ondanks de hoge kosten van de productie, bezorging, promotie en administratie, toch schoolmelk te blijven leveren. Er zijn wel nieuwe concurrenten bijgekomen zoals, Arla en Danone, maar in 1998 stopte Friesland Food – zoals het toen heette – ermee, en Groningen, Friesland en Drenthe deden sindsdien niet meer mee met het schoolmelkprogramma. Na 1998 zette de daling gestaag door. Zou ooit de subsidie die al is gehalveerd, er volledig van af gaan, wat al eerder aan de orde is geweest, dan betwijfel ik ten zeerste of Campina er dan ook nog mee door zal gaan.
Ook de enorme berg afval van de schoolmelkverpakkingen werd een steeds grotere kostenpost voor de scholen. Sommige schoolbesturen besloten er dan ook mee te stoppen. De kosten worden veroorzaakt door het moeten huren van meer afvalcontainers; iets wat aardig inhakt op het schoolbudget. Ik zelf was in die tijd na veel overplaatsingen bij Sterovita Dordrecht gedetacheerd, waar ook de schoolmelkdistributie van Zuid-Holland was gestationeerd. Bij Melkunie had men besloten alle deelnemende scholen te voorzien van een afvalhouder en afvalzakken om daar de lege melkpakjes in te deponeren. Met de scholen werd de afspraak gemaakt dat zij de volle zakken op woensdag aan de stoeprand, of dicht daarbij zouden neerzetten. Vervolgens werden die dan opgehaald door de schoolmelkbezorger die zijn vracht afleverde bij een papiergroothandel in Vlaardingen, die ze weer samenperste tot een enorme baal. Die balen werden dan uiteindelijk naar een Scandinavisch land verscheept, om daar te worden verwerkt tot allerlei gebruiksartikelen. De bedrijfsdirecteur van Sterovita Dordrecht, de heer W. Hoofd, altijd zeer gedreven en bezig met zijn bedrijf, had het plan geopperd om een vuilniswagen met pers aan te schaffen voor het ophalen van de lege verpakkingen. Op zich was dat een prima idee, maar omwille van concurrentie-vervalsing tegenover de bestaande vuilnis- ophaalbedrijven, werd er geen vergunning voor verleend door diverse gemeentes in het schoolmelk-bezorggebied. Ook werd er in 1982 nog een proef gedaan met plastic zakjes als schoolmelkverpakking compleet met een rietje, om op zo'n manier de afvalberg te reduceren, maar dat liep uiteindelijk ook op niets uit.
Ook de scholen die in eerste instantie positief waren over deze oplossing, werden al snel met ook de nadelen van zo'n enorme vuilniszak geconfronteerd. Kinderen die hun pakje niet geheel leeg hadden gedronken gooide het pakje zo in de afvalzak, die dan ging lekken door het nog uitgestoken rietje. Dan moest er weer extra worden schoongemaakt, en als het warm was in de school verspreidde zich een penetrante stank. Veel scholen eisen nu van de kinderen dat ze na het drinken van de melk hun pakje goed plat vouwen, voordat ze het weggooien.
In 2010, maakten nog steeds ruim 110.000 kinderen op zo'n 3000 scholen, gebruik van een schoolmelk-abonnement. Door alle rompslomp erom heen is er steeds minder animo op de scholen voor het drinken van schoolmelk. Voornaamste argumenten zijn, het eerder genoemde afval, de trays en losse pakjes moeten verspreid worden over verschillende koelkasten, soms ook nog over twee locaties. Ook moeten ze op datum in de koelkasten, de oudste voor- of bovenaan. Dit geldt voor alle soorten zuivel; iets wat het uitdelen van de melk, de drinkyoghurt en chocolademelk vaak bemoeilijkt. Soms is een product is niet mee bezorgd, of is er te veel van geleverd, wat ook weer problemen geeft met uitdelen. Veel administratieve rompslomp en boze ouders vanwege abonnementen die niet kloppen compliceren de zaak. Veel scholen vinden het bovendien anno 2011 dat de verantwoordelijkheid bij de ouders ligt, om erop toe te zien dat hun kind voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt. De tijden zijn sterk veranderd: overgewicht en snoepgedrag zijn nu problemen waarop gelet moet worden.
Al deze argumenten zijn natuurlijk ook bekend bij Friesland Campina, die hierop in probeert te spelen met de nieuwe slogan ‘Campina op school’ en ‘Campina fruit’. Maar ondertussen heeft zich toch weer een nieuwe speler gemeld en niet zo'n kleintje ook, namelijk Danone. Men denkt daar een alternatief te hebben voor de traditionele schoolmelk, namelijk, de "Yoghurtshaker" de yoghurtshaker bevat meer eiwit dan een milkshake van Mac Donald's, 0% vet en echt fruit. De Danone yoghurt-shakes worden per portie van 300 ml verkocht voor € 2,00 [aanbevolen verkoopprijs] Dit lijkt mij vooralsnog een te forse prijs voor de basisscholen, en daar zal Campina dan ook weinig concurrentie van ondervinden. Maar voor het hoger onderwijs kan dat wel gevolgen gaan krijgen. Uiteindelijk beslist de consument zelf. De tijd zal leren of Campina het op school - met of zonder bakjes fruit - gaat redden met steeds minder deelnemers en minder subsidie. Op den duur zal het kostenplaatje de doorslag geven.
Geplaatst: 24 september 2011
Of het einde van de schoolmelkbezorging anno 2020 dan toch wordt ingeluid, u ziet het als u klikt op onderstaande link.
Ook Animal Rights wil een einde aan het schoolmelkprogramma van Friesland Campina. De organisatie heeft een voorbeeldbrief opgesteld waarmee ouders protest kunnen aantekenen. [Zie link onderaan het bericht]
Willem Vermaat van de dierenrechtenorganisatie: “Schoolmelk is schaamteloze propaganda. Commerciële inmenging in het onderwijs zouden we nooit moeten toestaan.Coca-Cola mag ook geen schoolcola uitdelen, maar de overheid kan schoolmelk in stand houden door de wijdverbreide fabel dat melk nodig is voor een goede gezondheid.”
Lees hier het hele bericht:
https://www.animalrights.nl/frieslandcampina-moet-stoppen-met-commerci%C3%ABle-be%C3%AFnvloeding-op-scholen