Van Ton Scheffers een oud–collega chauffeur - zijn standplaats was Eindhoven - kreeg ik deze email toegezonden.
Hallo Hans,
Mijn vader heeft in Den Bosch de eerste RMO bemand, een DAF waarvan de laadbak verwijderd werd en waar een tank werd opgezet. Ik was toen helemaal bezeten van het meerijden om de melk op te halen - in eerste instantie waren dat melkbussen en later de 200-liter tanks en nog later de grote tanks - . Ik heb nog een foto van deze tankwagen (jammer genoeg de enige) uit de periode 1965-1970 en wil die graag toevoegen aan uw website. Mijn vader heeft 31 jaar in de zuivel gewerkt en ikzelf 26 jaar. In de periode van de afgebeelde tankwagen heeft mijn vader geruime tijd zeven dagen per week gereden, omdat er maar twee chauffeurs op reden en de wagen van ’s morgens vroeg tot ‘s avonds laat ingezet werd. Ik wacht uw reactie af.
Groeten, Ton
Ik was zo onder de indruk van deze korte anekdote, dat ik hem vroeg of hij het complete verhaal van zijn vader wilde verwoorden voor deze de website. Tom stemde hier mee in en zijn verhaal is hieronder te lezen aangevuld met afbeeldingen van Piet, zijn vader.
Mijn vader, Piet Scheffers, geboren op 23-03-1930 in Helvoirt waar hij ook altijd gewoond heeft, trad in 1960 in dienst van de “St. Jan”, een nieuwe, coöperatieve melkfabriek in ‘s-Hertogenbosch die dat jaar dus zijn deuren opende en de oude fabriek aan de Koningsweg verving. Hij werd vrachtwagen-chauffeur en ging zuivel leveren aan de grote aantallen melkboeren, melkventers op route en buurt-winkeltjes in en rond ‘s-Hertogenbosch. In die eerste jaren werd dit werk verricht door zes of zeven vrachtwagens, waaronder enkele DAF’s, een Bedford, een Chevrolet, een Commer bestelwagen en een Opel Rekord stationcar als servicewagen. Ook was er een open DAF- aanhangwagen beschikbaar. Die eerste jaren waren de wagens voorzien van rolgordijnen van zeil en later werden die vervangen door een geïsoleerde laadbak met schuifdeuren
Dit werk heeft hij gedaan tot 1967 omdat toen de eerste R.M.O.in gebruik genomen werd. Hij werd gevraagd voor deze klus. Het was een DAF waarvan de laadbak was verwijderd en waar een melktank op geplaatst werd door de firma Zeiler uit Lichtenvoorde. De inhoud van deze tank weet ik niet meer.( zie foto ). Het waren lange werkdagen en geruime tijd heeft hij (in een tweeploegendienst ) werkweken gedraaid van zeven dagen, omdat de wagen de hele week moest rijden van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat, en er maar 2 chauffeurs beschikbaar waren.
Toen was het begrip “rijtijdenwet” nog niet zo actueel. In eerste instantie waren het voornamelijk melkbussen die leeggezogen moesten worden, maar van lieverlee kwamen er meer 200-liter tanks in omloop en later de grote melkkoeltanks, doordat boerenbedrijven explosief gingen groeien. Na dit werk een paar jaar gedaan te hebben en er een tweede tankwagen was aangeschaft werd het werk al snel overgenomen door boeren die voorheen met tractoren de melkbussen opgehaald hadden, die stilletjes uit de roulatie werden genomen.
Mijn vader stapte, door deze ontwikkeling, weer over naar de consumptiemelk-divisie. Dat was rond 1970-1971. Er was inmiddels een wagen voorzien van een containerlaadbak met Zepro-laadklep ( de eerste containerwagen in Den Bosch). Hiermee ging men in eerste instantie de filialen in Waalwijk en Drunen bevoorraden, iets wat voorheen werd gedaan met een open DAF en aanhangwagen voorzien van dekzeil.(zomer en winter). Gelost werd er toen nog aan een bordes met steekwagens. Een hele vooruitgang dus voor zowel het werk als de temperatuur- controle van de producten. Deze containerwagen kon 24 containers laden en ik weet nog dat het chassis dermate kort was dat de oversteek van de laadbak te groot was voor het gewicht dat werd geladen. Het gevolg hiervan was dat bij optrekken uit stilstand de stuuras van de grond kwam, waardoor hij even stuurloos werd. Niet echt verkeersveilig. Het kenteken, US-46-53, is altijd in mijn geheugen blijven hangen. Kort hierna werd er een gloednieuwe DAF 2000 aangeschaft met een een-assige oplegger, het juweeltje van de “St. Jan “, een lichtgroene trekker met een witte oplegger, bestickerd met alle soorten fruit die in de zuivelproducten werden verwerkt. Een echt mobiel reclame-object. Deze oplegger kon 30 containers meenemen. De overige wagens werden in die tijd ook snel vervangen door containerwagens
Door de overname door Campina van “Centraal Brabant” - de gezamenlijke fabrieken in de regio - werd de distributie in Den Bosch in 1979 stopgezet en ging dit over naar de fabriek van Campina aan de Dirk Boutslaan in Eindhoven.De” St. Jan” in Den Bosch werd omgebouwd tot de huidige boterfabriek. Mijn vader vertrok in maart 1979 met zijn wagen naar Eindhoven, vanwaar hij de bezorging van melkprodukten aan zijn “eigen klanten” rond Den Bosch voortzette. Ook andere fabrieken in Brabant en Limburg werden in die jaren gesloten en de distributie hiervan werd ook geconcentreerd in Eindhoven. Hierdoor groeide in eerste instantie het wagenpark in Eindhoven tot ongeveer 40 bakwagen, een flink aantal, waardoor het behoorlijk inschikken was op het relatief kleine terrein in Eindhoven.
In de jaren ‘80 werd de VUT-regeling in gebruik genomen en verdwenen er in korte tijd veel collega’s van 55 jaar en ouder. Mijn vader kon uiteindelijk “pas” op 60-jarige leeftijd hiervan gebruik maken en in maart 1990 legde hij er dus ‘de pannen op’, om het zo maar te noemen. Wel met enige weemoed, omdat hij jaren bij zijn vaste klanten was gekomen en dit van de ene op de andere dag wegviel. Hij heeft echter samen met mijn moeder nog 21 jaren mogen genieten van zijn welverdiende pensioentje en hij is een dag na zijn 81e verjaardag, op 24-03-2011 overleden. Ik heb nog twee foto’s van de tankwagen en nog enkele van de tijd in Eindhoven, die ik hierbij aan u doorstuur. Van de oudere wagens in Den Bosch in de consumptiemelk heb ik helaas geen foto’s. Ik hoop zo toch een leuke bijdrage geleverd te hebben aan uw site over de zuivel.
Groeten, Ton Scheffers
P.S. Het verhaal over mijn eigen dienstverband in de zuivel, met foto’s, kunt u lezen en bekijken op de volgende pagina.
Bewerkt en geplaatst, 24 januari 2014