Historie Melkvervoer
Vecozuivel

In de tijd dat ik nog als chauffeur mijn vrachten van Campina afleverde bij de vele distributiecentra in ons land, kwam ik ook veel bij de DEKA Markt in Velsen. Voor mij was het een fijn losadres, ik had goede banden met het personeel van het ontvangstkantoor, en - ook niet onbelangrijk - de koffie was gratis; wat wil je nog meer als chauffeur. Op mijn laatste werkdag kreeg ik nog een mooi afscheidscadeau, aangeboden door de medewerkers van de goederen-ontvangst als blijk van de fijne samenwerking. Het doet je goed te merken dat je gewaardeerd wordt.


Vaak was ik bij de DEKA Markt aan het lossen tegelijkertijd met de vrachtwagen van Veco-zuivel, en op zaterdagochtend dronken we gezamenlijk ons bakkie koffie. In die periode kwam de vracht van Veco-zuivel nog vanuit de oude fabriek in Leusden, en zij reden met oud [huur-] materiaal. De chauffeurs van Veco vertelden mij dat er een nieuwe fabriek werd gebouwd in Zeewolde, en dat er twee hagelnieuwe DAF XF Spacecap’s aankwamen, met daarachter een nieuwe drie-assige oplegger, en alles in de blauwe kleuren van Veco-zuivel. Dat het geen bluf was, kreeg ik al snel te zien. En ik mocht zelf ervaren hoe deze schitterende DAF XF reed door er een ritje op het industrieterrein mee te maken, zij het onder streng toezicht.

De melkveehouderij annex zuivelboerderij Vicariënerf voorzag tientallen jaren lang, van vader op zoon, de dorpen en steden in de wijde omgeving van biologische melk en melkproducten; producten die toen nog voornamelijk – niet biologisch - werden geproduceerd door melkfabrieken. In 1997 ontstond het idee bij de beide broers Van Rouwendaal om de boerderij om te vormen tot een modern en innovatief zuivel-productiebedrijf, om zo het gehele productieproces biologisch verantwoord te houden, en weer terug te gaan naar een kwaliteit die vroeger zo vanzelfsprekend was.

Als je zo’n beslissing neemt, dan haal je wel heel wat op de hals, want zo’n bio-zuivelbedrijf moet voldoen aan de strenge en wettelijk vastgestelde normen die gelden voor biologische producten. Dus de natuurlijke kringloop moet zoveel mogelijk in stand worden gehouden. De bodem moet gezond en vruchtbaar worden gehouden met compost, en er mogen geen kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Aan het welzijn van de koeien wordt veel zorg besteed. Het gebruik van hormonen en het op systematische wijze verstrekken van diergeneesmiddelen is niet toegestaan. En er worden geen chemische of synthetische geur-, kleur- en smaakstoffen en/of conserveringsmiddelen aan de producten toegevoegd.

Al die voorschriften weerhielden de broers niet er niet van, en in 2000 begonnen Alexander en Jaco van Rouwendaal bij hun ouderlijk huis Vicariënerf in Leusden het zuivelbedrijf van biologische zuivelproducten Vecozuivel, met Rouwendaal senior op de distributiewagen, zijn vrouw in de winkel, en de zoons Alexander en Jaco in de productie. Het begon met het vermarkten van 2 ton biologische melk van een buurman; het assortiment bestond uit melk, yoghurt en vla. Het werd een groot succes, zeker toen Vecozuivel in september 2005 opnieuw een grote slag wist te slaan op de markt van de bio-zuivel. De biologische melk werd vanaf toen ook verkocht bij de Coöp-supermarkten. Dat was een flinke opsteker voor Vecozuivel, die inmiddels ook al hun melk verkocht aan onder meer de Universiteit Utrecht, de KLM en tientallen basisscholen. De productie groeide in vijf jaar tijd van 400.000 naar twaalf miljoen liter. Al snel was er te weinig ruimte op de zuivelboerderij Vicariënerf, en uitbreiding om aan de steeds groeiende vraag naar bio-zuivel te voldoen werd noodzakelijk.

In Achterveld, op bedrijventerrein De Fliert, vallend onder de gemeente Leusden, werd een stuk grond gekocht met de bedoeling daar een nieuwe zuivelfabriek te bouwen, niet wetend dat de bevolking van Achterveld daar fel op tegen zou zijn. Zo erg, dat er zelfs in Achterveld een actiegroep werd opgericht tegen de komst van een zuivelfabriek. De reden daarvan was, dat de omwonenden vreesden veel overlast te krijgen van met name de grote melkwagens die dagelijks af en aan zouden rijden. Ook de kleine ondernemers op De Fliert waren daar bang voor, ondanks de belofte van Vecozuivel dat het niet tot geluidsoverlast zou leiden in Achterveld. De schatting was dat het verkeer er hooguit met een procent zou toenemen, aldus de directie van het biologische bedrijf.

Vecozuivel voelde zich uiteindelijk te veel gedwarsboomd door de omwonenden. Een nieuwe, grotere fabriek bouwen in Achterveld bleek onmogelijk, en het bedrijf vertrok noodgedwongen naar Zeewolde. Het niet kunnen uitbreiden had Vecozuivel intussen al de nodige klanten gekost. Eigenaar Van Rouwendaal geloofde niet dat het ooit nog goed zou komen tussen Vecozuivel en de omwonenden. De gemeente Leusden kon met het vertrek leven. Ook al omdat het de bedoeling van Vecozuivel was wel een kleinere toetjesfabriek in de gemeente bouwen. Na alle commotie rondom de mogelijke vestiging is Vecozuivel In 2006, mede dus door tegenwerking van de actiegroep 'Geen zuivelfabriek in Achterveld', verhuisd het bedrijf naar Zeewolde. De aanvankelijke bedoeling van de familie Van Rouwendaal om in Leusden nog een toetjesfabriek te vestigen in plaats van de geplande zuivelfabriek, was inmiddels ook van de baan. De grond op De Fliert in Achterberg was ook niet langer eigendom van Vecozuivel.

Op 1 juni 2009 nam Vecozuivel een moderne en energiezuinige fabriek in Zeewolde, Werktuigweg 37, in gebruik. Het leverde een vergroting van de capaciteit op van 30 miljoen liter, naar 100 miljoen liter melk. Men dacht deze capaciteit in vijf jaar volledig te kunnen benutten. Algemeen directeur Alexander van Rouwendaal zette bij de opening uiteen dat de nieuwe productie-eenheid efficiënter was en voldeed aan de laatste voedselveiligheidseisen. De processen verlieopen veel meer geautomatiseerd dan bij de oude fabriek, waardoor het risico op fouten kleiner wais. Zo ging de verwerking van gangbare melk, geitenmelk en biologische melk, gegarandeerd gescheiden plaatsvinden. Momenteel is 80% van de melk die Vecozuivel verkoopt biologisch. Van Rouwendaal wil met de nieuwe fabriek naar 50% biologische melk, 40% reguliere melk en 10% geitenmelk. Zo hoopt hij een plek te verwerven op de markt voor gangbare zuivel. Het imago van Vecozuivel als een sterk en stabiel merk, met de garantie van goede kwaliteit en betrouwbaarheid zal daarbij helpen, aldus luidt de stellige overtuiging van de directeur.

Dat ze bij Vecozuivel bepaald niet stil zitten, blijkt wel uit het feit dat in 2009 alle verpakkingen van de zuivelproducten in een nieuw jasje zijn gestoken. Daarvoor straalden de producten van Vecozuivel pure boeren-ambachtelijkheid uit. Inmiddels was de doelgroep veranderd; deze is verschoven van traditionele gebruikers naar een meer trendy en milieu-bewuster publiek. De nieuwe verpakkingen zijn strakker en moderner en stralen het biologische aspect uit, aldus Edgar Leblans, commercieel manager bij Vecozuivel. Verder dragen enkele verpakkingen het 'Ik Kies bewust’- logo. Naast de bestaande literpakken was er ook de introductie van 500 gram bekers met biologische yoghurt, leverbaar in twee smaken. Voor de toekomst is er het plan van diverse biologische en niet-biologische private labels drinkyoghurts en vruchtenyoghurts in het Vecozuivel- programma op te nemen. Zo is Vecozuivel al licentienemer van het merk Bio+.

Eind 2010 heeft Vecozuivel op initiatief van Healthy Live aan Philips ruimte geven op zijn melkpakken voor advertenties. Doel hiervan is om onderdeel te zijn van een keten van verantwoorde producten en diensten, waartoe biologische en Fair-Trade producten, energiezuinige auto`s en groene stroom behoren. Per kwartaal gaat het om 1,6 miljoen pakken, met een bereik van 10 miljoen mensen. De producten worden door heel Nederland verkocht in supermarkten als Dirk, Bas, Deen, Spar en Boni.


Robert Kapteijn, marketing director Benelux bij Philips, stelde dat de doelgroep van biologische melkpakken overeenkomt met de doelgroep van ledlampen. Deze consumenten zijn bewust bezig met gezondheid en welzijn. Daarom zal Philips op de pakken adverteren met de nieuwe 12W My Ambiance Glow. Dat is een dimbare ledlamp die een gloeilamp van 60W kan vervangen.

Vecozuivel heeft anno 2011 een goede naam verworven bij de consument op de binnenlandse bio-zuivelmarkt. Als je van zuivelboerderij tot toonaangevende zuivelfabriek weet uit te groeien en in bio-zuivel tot marktleider in ons land, met als je grootste concurrent FrieslandCampina met het bio-zuivelmerk Ecomel, [sinds 1980 op de markt], dan heb je het als familiebedrijf niet slecht gedaan. Toch kende Vecozuivel, ondanks het succesverhaal, ook zijn ups en downs; het leveren van biologische melk aan scholen pakte niet goed uit. Waren er eerst problemen met de distributie, omdat de vervoerder zijn zaakjes in eerste instantie niet op orde had, later was het vooral op financieel gebied een heel gedoe, omdat de ouders de scholen moesten betalen, die op hun beurt het schoolmelkgeld weer aan Vecozuivel moesten overmaken. Dit werkte niet, en Vecozuivel moest noodgedwongen stoppen met het leveren van biologische schoolmelk.

Alexander van Rouwendaal heeft voor zijn opleiding alleen het onderwijs van de middelbare agrarische school genoten en een cursus boekhouden gevolgd. Sleutel van succes is toch wel als goed en betrouwbaar bekend staan, dus altijd je afspraken nakomen aan de afnemers. Maar ook hebben hij en zijn broer zeer goede mensen aangetrokken, die hun visie op Vecozuivel goed kunnen uitvoeren. Zuivel is en blijft een zeer moeilijke markt, met vaak lage marges, zeker als je ernaar streeft ook de melkveehouders een goede prijs te betalen. Dat er elke dag weer melk in de schappen staat, bewijst dat zij hun zaakjes prima in orde hebben, ondanks dat ook aan Vecozuivel de economische crisis niet is voorbij gegaan. Met een niet al te beste markt en steeds heviger wordende concurrentie - denk aan de komst van Arla, de fusie van FrieslandFoods met Campina, en nu ook Almhof met z’n biologische vruchtenyoghurt - is het ook voor Vecozuivel zaak om de kosten zo laag mogelijk te houden, om zo tussen al die zuivelreuzen te kunnen overleven.


Overigens zou het mij niet verwonderen als de bestuurders in Leusden zo af en toe zich toch nog achter de oren krabben bij het besef dat zo'n prachtig biologisch zuivelbedrijf in hun gemeente had kunnen staan.


Geplaatst: 1 maart 2011

Fotoshow Vecozuivel 20x

Klik op logo voor filmpje

Nieuwe ontwikkelingen voor Vecozuivel in september 2021


Zuivelhandelshuis Farmel uit Emmeloord neemt een meerderheidsbelang in Vecozuivel uit Zeewolde. Dat hebben beide partijen bekend gemaakt.


In juni dit jaar had Farm Dairy uit Lelystad nog het plan om Vecozuivel over te nemen, maar de aangekondigde fusie werd een maand geleden afgeblazen. „Toen die deal niet door ging, konden wij met Vecozuivel om tafel”, zegt directeur Jetze Kempenaar van Farmel.


Goed uit elkaar


Volgens Vecozuivel-directeur Alexander van Rouwendaal zijn Vecozuivel en Farm Dairy goed uit elkaar gegaan. „We vinden het jammer dat het niet is gelukt, maar we hadden een verschil van inzicht over de eisen die aan ons werden gesteld bij de overname.”

Dat betrof met name de extra zekerheden die de aandeelhouders van Farm Dairy eisten. Daar kon Vecozuivel niet in meegaan, aldus Van Rouwendaal. „Voor de rest no hard feelings; Farm Dairy heeft netjes gehandeld. Wat ons betreft blijven we ook gewoon met hen samenwerken”, zegt hij. „Maar wij wilden wel graag verder met een partner. En toen diende Farmel zich aan.”


Eigen verwerkingslocatie


Voor Farmel past een meerderheidsbelang in Vecozuivel mooi, omdat het familiebedrijf uit Zeewolde beschikt over een eigen fabriek. „Een eigen verwerkingslocatie was een van onze strategische doelstellingen voor de lange termijn”, licht Kempenaar toe.

Farmel is een handelsbedrijf in zuivel en heeft circa 250 'eigen' Nederlandse en Belgische melkveehouders als leveranciers. Zij zijn goed voor zo'n 300 miljoen kilo melk op jaarbasis. Die melkstroom is ongeveer een derde van het totale melkvolume dat door Farmel wordt verhandeld.

Vecozuivel heeft geen eigen leveranciers. Het familiebedrijf uit Zeewolde verwerkt jaarlijks 70 tot 80 miljoen kilo melk, waarvan circa 40 procent biomelk.

Beide bedrijven werkten al samen; die samenwerking wordt nu dus intensiever. Het verkrijgen van dit meerderheidsbelang moet nog wel worden goedgekeurd door de Autoriteit Consument & Markt.


Hands-on mentaliteit


Beide bedrijven kenmerken zich door korte lijnen en een hands-on mentaliteit. Vecozuivel heeft sterk behoefte aan constante en hoogwaardige duurzame melkstromen en Farmel heeft behoefte aan een betrouwbare en constante afname van melk. Farmel wilde, gezien de groeiende handelsmelkstroom, graag zelf een fabriek tot haar beschikking hebben, zo melden beide ondernemingen in het bijbehorende persbericht. „Het leveren van gezonde en duurzaam geproduceerde zuivel, dat is wat onze beide bedrijven drijft en waar we trots op zijn. Daaraan verandert helemaal niets”, stellen ze.


Tekst Gineke Mons.


Gineke Mons (1970) groeide op op een melkveebedrijf in Gelderland. Na haar studie journalistiek werkte ze 13 jaar bij het Agrarisch Dagblad. Sinds 2008 is ze freelance (landbouw)journalist, met het accent op veehouderij en diergezondheid.

Terug naar boven ↑

Pagina 26